Wij als Belgen zijn wereldrecordhouder in het opleggen van administratieve formaliteiten. Deze stelling komt niet van Tryangle, maar van prof. Jan Van Peteghem in een artikel over preventie uit ‘Veiligheidsnieuws’, vakblad voor preventieadviseurs.
En echt verbazen doet ons dat niet. In datzelfde vakblad publiceert Karolien van Nunnen van de Unief Antwerpen ook de resultaten van de grote veiligheids- en welzijnsenquête. Met een aantal opvallende cijfers:
De sector is het er over eens, de cijfers bewijzen het en bij Tryangle zien wij het bovendien elke dag op de werkvloer. Hoe is het zover kunnen komen?
Net na de oorlog zaaiden vakbondsorganisaties de allereerste zaadjes. Zaadjes die later zouden uitgroeien tot de steunpilaren van het welzijnskader. Indertijd werden de eerste “Comités voor Veiligheid, Gezondheid en Verfraaiing van de Werkplaatsen” opgericht in bedrijven met meer dan vijftig werknemers. De comités konden vervolgens dankzij de Veiligheidswet en het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB) nagaan of hun onderneming aan de wetgeving voldeed.
Ettelijke aanpassingen en jaren later was het tijd voor vernieuwing. Europese reglementeringen waren echter niet echt makkelijk te integreren in die Belgische veiligheidswet uit 1952. Men kon niet alles meer onderbrengen onder de noemers veiligheid en gezondheid. In 1996 werd de verouderde Veiligheidswet dan ook vervangen door de nieuwe ‘Welzijnswet’.
Hoogst typerend voor België is dat deze Welzijnswet – basis voor de codex over het welzijn op het werk – eigenlijk geen wet is, maar een wetgevend kader. Ze omvat een duidelijke en ruimere omschrijving van de term “welzijn op het werk”.
Dit wetgevend kader betekende vervolgens de introductie en implementatie van de nieuwe begrippen ‘Welzijn, Preventie en Bescherming’. Best practices en doelstellingen worden liefst officieel op papier gezet en in te respecteren wetten gegoten. Het wetmatige welzijnsbeleid vraagt bovendien om systemen, papierwerk, controlerende instanties en nieuwe structuren. En dat is goed! Hierdoor ontstaat er immers aandacht voor het levensbelangrijke topic. Enkel opletten dat deze procedure-gerichte wettelijke aanpak niet leidt tot een geïsoleerd theoretisch checklist-beleid. Zeker in een bedrijfscultuur die geneigd is tot vergaderitis, dreigt het welzijnsbeleid immers te verzanden in oeverloze overlegorganen. En dat zou jammer zijn aangezien er een grote nood is aan een effectief welzijnsbeleid. Een strategische aanpak die focust op een geïntegreerde aanpak, de uitvoering ervan en dat in alle lagen en over alle teams heen binnen een bedrijf.
Heel vaak vinden we in plaats van “psychosociale aspecten” de term “psychosociale risico’s” terug. Risico’s waaraan we quasi onvermijdelijk een curatieve aanpak koppelen. Een aanpak die zich door het wetmatige beleid stoelt op risico’s in kaart brengen, een re-integratiebeleid implementeren en het probleem oplossen wanneer het zich stelt.
“Psychosociale risico’s” leiden tot een negatieve connotatie, een associatie met ziekte en zwakte, een taboesfeer. Tegelijkertijd rijden we ons vast in negativiteit, regels en normen… Terwijl we zo’n nood hebben aan positiviteit en enthousiasme in onze maatschappij!
Het gevolg? Absenteïsmecijfers die de pan uit swingen terwijl het welzijnsbeleid flink uitgestippeld en breed uitgerold werd volgens het boekje. Door de kloof tussen HR en welzijn/preventie wordt de kloof tussen probleem en toereikende oplossing vaak groot.
Er is nog werk aan de winkel wat welzijn op het werk betreft. Zoveel is duidelijk. Maar opgelet! Vooraleer we als ijverige Belgen de wetgeving weer gaan uitbreiden, kunnen we best eerst bezinnen. Over “Werkgeluk” bijvoorbeeld.
Werkgeluk gaat immers een stapje verder dan fysiek, mentaal of psychosociaal welzijn. Uit onderzoek blijkt dat heel wat mensen niet gelukkig zijn op hun werk. Ondanks de toegenomen aandacht voor (werk)geluk, zien we dat er in België nog een groot verschil is tussen hoe gelukkig we ons voelen op het werk en in de rest van ons leven. Ons werk scoort beduidend lager.
Dat is jammer, want we brengen veel tijd door op ons werk. Ook voor bedrijven en organisaties is werkgeluk relevant want gelukkige medewerkers zijn gezonder, meer betrokken, werken beter samen en zijn productiever.
Tip: Interesse om verder te lezen rond de onderstromen die de opkomst van welzijn en werkgeluk in onze samenleving hebben beïnvloed? Ontdek dit en véél meer in het boek Van Welvaart naar Werkgeluk.